BLOG
the I-factor
Inge van den Thillart 16 juni 2017Voor de meeste ondernemers en kunstenaars die ik de afgelopen jaren leerde kennen, en die zich net als ik op het online pad begaven, is werken aan persoonlijke zichtbaarheid misschien wel de lastigste factor. Dat het bij online werken echt om de, zoals ik het ben gaan noemen, I-factor gaat. Het gekke maar eigenlijk ook heel geruststellende hieraan is, dat het het beste werkt als je volstrekt jezelf blijft. Durft te blijven. Als je je gaat voordoen als een betere versie van jezelf (is die er?) of zoals je denkt dat je klanten je graag zien, dan werkt het niet. Of, erger nog, werkt het tegen je. En nog prettiger voor iedereen die, net zoals ikzelf jarenlang had, podiumangst heeft: hoe meer je jezelf blijft, hoe minder je publiek op jou let en hoe meer ze gericht worden op je verhaal, op dat wat je maakt of dat wat je aanbiedt.
Dit blog schrijf ik vanwege een podiumervaring die ik gisterenavond had. Waardoor ik me realiseerde dat online en offline niet zo heel veel van elkaar verschillen, dat het om dezelfde mechanismen gaat. Gisterenavond was de eerste les van een minicursus ‘gedichten voordragen’. De cursus werd gegeven door twee ervaren toneelspelers / regisseurs van het Dreumels Poëtisch Genootschap (DPG) voor deelnemers aan de Open Podia die in het dorp waar ik woon enkele keren per jaar plaats vinden. Ons was gevraagd om in ieder geval een eigen gedicht mee te nemen om voor te dragen en waarop we graag reactie wilden hebben. Na allerlei leuk stem- en ademhalingsoefeningen gingen we daarmee na de pauze aan de slag. Ik had het gedicht Melopee van Paul van Ostaijen meegenomen omdat ik dit gedicht volgende week wil gebruiken bij het Open podium in Oss waaraan ik meedoe. Een avond waarbij het de bedoeling is dat je twee gedichten voordraagt van dichters die je bewondert en een eigen gedicht.
Van Ostaijen schreef over Melopee dat het gedicht over zijn eigen leven gaat, hoe hij zijn eigen leven zag. De gedichten van Paul van Ostaijen hebben raakvlakken met dada. Nu lijkt dada vaak veel nonsense te bevatten. Maar deze zogenaamde nonsense, het nihilistische in deze kunst, komt voort uit het gevoel van verslagenheid die kenmerkend is voor de stemming na de eerste wereldoorlog. Een oorlog die alles verwoestte. Een oorlog die maakte dat terugkeer naar de heersende normen en waarden van de periode daarvoor, van de gegoede burgerij, de bourgeoisie ondenkbaar was.
In ieder geval probeerde ik dit nihilisme, misschien wel defaittisme in mijn voorlezen door te laten klinken. Vanuit de vraag waarvan ik veronderstelde dat van Ostaijen die zichzelf had gesteld: ‘hoeveel is een mensenleven waard’? Mijn manier van lezen was zwaar, traag, monotoon.
Nou, wat was het resultaat? Het kwam niet over! Helemaal precies weet ik daarvan de reden niet, maar door de discussie die we hierover kregen vermoed ik nu dat het niet overkwam omdat deze achtergrond bij het gedicht niet ge- of herkend werd. Maar waarschijnlijk nog meer doordat het niet mijn eigen ervaring en beeld bij de woorden was die ik uitsprak en overdroeg.
En precies dát was mijn eye-opener (of I-opener?). Want waarom koos ik dit gedicht sowieso? Omdat het gedicht voor mij staat voor een ervaring die ik heb als ik langs de rivier loop. Dat alles één wordt en samenvalt. Een ‘zenervaring’. Daarop is ook de keuze voor het tweede gedicht gebaseerd dat ik in Oss wil laten horen, ‘de visser van ma yuan’ van Lucebert en voor het derde gedicht dat ik zelf schreef.
Enfin, einde van het liedje was dat ik het opnieuw voordroeg vanuit die eigen ervaring van het gedicht. Zojuist Melopee op die wijze, voor dit bericht nog eens ingesproken. En nu ben ik natuurlijk benieuwd hoe het overkomt bij jou. Hoe vind jij het klinken? Klik op: Melopee
show your work
Inge van den Thillart 18 mei 2017Een van de leukste boekjes die ik afgelopen jaar las over kunst en ondernemen is ‘Show your work’. Geschreven door ‘kunstenaar, schrijver, spreker, out-of-the-box-denker’ Austin Kleon. Het leukste, want: toegankelijk geschreven, praktisch toepasbaar, en vanwege het formaat handig om in je tas mee te nemen en op verloren momenten in te lezen en te wensen dat je nog wat vaker verloren momenten zou mogen hebben. Kortom: inspirerend. Zelfs voor kunstenaars die alleen al bij het woord ‘ondernemen’ op de vlucht willen slaan.
Uitgeverij Lannoo, nv, Tielt, 2014 isbn 978940141735 8
Kleur bekennen
Inge van den Thillart 18 mei 2017“Net zo min zal een schilder graag die afschuwelijke kleurenleer die de natuurkunde erop nahoudt bestuderen. Als hij zich al voor kleuren interesseert, zal hij zich in de regel op de kleurenleer van Goethe richten. Die is volgens de natuurwetenschappers fout. Maar ze doen dan een oogje dicht en zeggen: nou ja, dat is niet zo belangrijk, of een schilder van de juiste of de verkeerde kleurenleer uitgaat. Kortom, bij de natuurwetenschappelijke wereldbeschouwing van vandaag moet de kunst te gronde gaan.”
Rudolf Steiner/ Werken en voordrachten, p.178/ 179 / Uit: De vernieuwing van de schilderkunst, Dornach, 29 juli 1923 / Stichting Rudolf Steiner Vertalingen, Nuth, copyright 1999 / Vertalingen gebaseerd op de uitgave: Das Wesen der Farben.
kruisbestuiving
Inge van den Thillart 1 mei 2017Altijd weer goed om je te realiseren hoe je in ‘een andere tak van sport’ zoveel mooie ideeën op kunt doen voor je eigen werk. Nu de expositie in Spaarndam dichterbij komt, en het ‘werk voor aan de muur’ is ingelijst, bedacht ik dat ik nog geen praktische en mooie oplossing had gevonden voor de presentatie van mijn nieuwe ringen. Hoe stel je een sieraad tentoon? En waar kan ik mooie sieradendoosjes vinden om ze in te verpakken als iemand er een koopt? Met een beetje googelen kom je al snel verder en bij Westpack vond ik ruime keuze. Voor de presentatie op de expositie zag ik een fraaie en functionele oplossing. Een zogeheten sieradendisplay met siliconenvenster. De ringen worden dan als het ware vastgezogen in het siliconenvenster zonder risico op beschadiging. Voor de cadeauverpakking kreeg ik keuzestress. Daarom drie samples besteld. Zodat ik weet hoe de werkelijke uitstraling ervan is. Goede service deze mogelijkheid!
Mij zien is aan geen dagjesmens gegeven.
Inge van den Thillart 17 november 2016Alweer zeven jaar geleden, maar nog steeds aansprekend. ‘Mij zien is aan geen dagjesmens gegeven’: gedicht van Nicolaas Matsier. Uit de film Denkend aan Holland van Jan Wouter van Reijen.
Het mag geen naam (meer) hebben.
Inge van den Thillart 13 september 2016het mag geen naam (meer) hebben
Mijn vraag is nu deze: Hoe zit het als een ding zijn functie verloren heeft? Is het dan nog steeds dat ding, of is het iets anders geworden? Als je de stof van een paraplu afscheurt, is die paraplu dan nog een paraplu? Als je de baleinenconstructie opsteekt, boven je hoofd houdt en ermee in de regen loopt, word je drijfnat. Kun je dat ding dan een paraplu blijven noemen? Over het algemeen doen mensen dat wel. Ze zullen hooguit zeggen dat die paraplu kapot is. In mijn ogen is dat een ernstige vergissing, de bron van al onze moeilijkheden. Omdat die paraplu niet meer functioneert is hij opgehouden paraplu te zijn. Hij kan op een paraplu lijken, hij kan ooit een paraplu geweest zijn, maar nu is hij iets anders geworden. Het woord is echter hetzelfde gebleven. Daarom kan het het ding niet meer aanduiden. Het is onnauwkeurig, het is bedrieglijk, het versluiert het ding dat het wil onthullen. (…)
(…) ‘Elke dag trek ik er met mijn tas op uit om dingen te verzamelen die een nader onderzoek waard lijken. Ik heb nu al honderden specimens – het verbrokkelde en het verbrijzelde, het gebutste en het geplette, het verpulverde en het verrotte.’
“Wat doet u met die dingen?”
“Ik geef ze een naam.”
“Een naam?”
“Ik verzin nieuwe woorden die met die dingen corresponderen.”
Fragment uit Paul Auster, ‘New York-trilogie’, deel 1, ‘Broze stad’, blz 90-92, 9789029562348
Van Fabriano naar Verona.
Inge van den Thillart 29 juni 2016
Fabriano, watermerken.
Deze maand bracht ik een bezoek aan het papier- en watermerkmuseum in Fabriano in de Marche in Italië. De papierindustrie is al sinds de vroege middeleeuwen van wezenlijk belang voor de welvaart van deze stad. Naast de productie van kwaliteitspapier is met name de ontdekking en ontwikkeling van het watermerk van economisch en politieke grote betekenis. Vanaf het eind van de 18e eeuw tot voor de tweede wereldoorlog is het vooral door toedoen van één familie, de familie Miliani, dat de ontwikkelingen in deze specifieke tak van ‘sport’ een grote vlucht nemen. In de jaren dertig van de vorige eeuw wordt het bedrijf door ‘de laatste Miliani’ omgezet in een naamloze vennootschap. In de hiernavolgende decennia komt het merendeel van de aandelen in handen van banken en overheid. Sinds 2002, is 99,99% van de aandelen van Fabriano in handen van de grote Italiaanse speler in de papierindustrie: ‘Fedrigoni Group of Verona’.
Moving thinking – state of the art.
Inge van den Thillart 16 februari 2016Tot 29 februari a.s. is in de bibliotheek van het Stedelijk een werk te zien van de Braziliaanse kunstenaar Mariana Lanari. In vijf maanden tijd verandert zij de bestaande ordening van de boeken in de leeszaal. Met haar werk laat zij zien hoe je via een boekencollectie en de ordening daarvan onze visie op de wereld of een onderdeel daarvan kan bloot leggen. En hoe onuitputtelijk het aantal mogelijkheden is om dit vanuit een bestaande collectie te doen. En dat het uitgangspunt van waaruit je werkt, kijkt, ordent, alles bepalend is vo